Ik zeg ook niet dat de werkgever kan terugdraaien; hij kan de pensioenregeling voor de nieuwe opbouw, dus over nieuwe dienstajren 1-zijdig aanpassen. Als er geen werknemersvertegenwoordiging is kan de werkgever zelfstandig ingrijpen; uiteraard dient hij de werknemers te informeren.
In de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) is bepaald dat de werkgever ‘zich bij de toezegging de bevoegdheid tot vermindering of beëindiging van zijn bijdrage aan de pensioenregeling kan voorbehouden’.
De PSW zegt ook dat de werkgever dit alleen kan wanneer er sprake is van ‘ingrijpende wijziging van de omstandigheden’.
Instemming van individuele werknemers kan dus nodig zijn wanneer er geen sprake is van ingrijpende wijziging van omstandigheden.
In de volgende voorbeelden wordt uitgegaan van ingrijpende wijziging van omstandigheden:
- financieel onvermogen van de werkgever;
- uitbreiding van de pensioenregeling tot een nieuwe groep;
- toetreding tot een bedrijfspensioenfonds;
- fusie;
- ingrijpende wijzigingen in AOW (franchise);
- wetgeving met betrekking tot gelijke behandeling.
Feitelijk wordt door de rechter bepaald wat ‘ingrijpend’ is. Als er geen CAO is en geen ondernemingsraad, kan de werkgever de pensioentoezegging, zonder dat er van bijzondere omstandigheden sprake is, niet zonder instemming van de werknemer wijzigen.
In een bedrijf met een CAO waarin de pensioenregeling inhoudelijk beschreven wordt, is er geen instemming van ondernemingsraad en de individuele werknemers nodig. Wanneer de pensioenregeling niet inhoudelijk door de CAO bepaald wordt, is wel instemming nodig van de ondernemingsraad.
Let wel, ingegane pensioenen en de voor ex-werknemers en huidige werknemers afgefinancierde pensioenen kunnen niet worden aangetast!