Misschien is een voorbeeld makkelijker:
Gemeenschap van goederen; echtscheiding vlak voor ingang OP; man 65 jaar, vrouw 90 jaar (ik houd van extremen, dat maakt het duidelijker).
Het OP bedraagt 10.000 per jaar; ik negeer de waarde van het nabestaandenpensioen.
Onder Boon-van Loon wordt de waarde van het OP voor sec de man uitgerekend; deze contante waarde (ca een 11-voud van het OP) wordt gehalveerd en de partner heeft recht op de helft; 11 x 10.000 x 0,5 = 55.000; hier houdt Boon van Loon al op; verrekening in de boedel kan direct geschieden. Uitstel van het OP tot 70 jaar van de man heeft hier geen invloed op.
Echter: als partijen willen overgaan tot verrekening van deze contante waarde via uitbetaling van een deel van het OP wordt een koopsom gebruitkt op 2 levens waarbij de gezamelijke gecombineerde levensverwachting extreem laag is; die koopsom zal dus relatief laag zijn; de partner krijgt in de korte tijd die haar nog beschoren is, aldus toch nog die 55.000 tijdig binnen. Zelfs als de man zou uitsellen tot 70 jaar, dannog zorgt de alsdan verschijnende extreem kleine koopsom voor volledige compensatie; een pensioen dat zelfs hoger is dan het oorspronkelijke jaarbedrag!
We zien dus dat het verlies dat door pensioenuitsel bij wettelijke verevening op kan treden voor de partner bij Boon Van Loon geen rol speelt.
Of dat eerlijker is? Als je pensioen ziet als iets dat in gezamelijke inspanning is verkregen (zoals boedel) dat moet verrekening mogelijk zijn zonder mogelijkheid van manipulatie door de deelnemer.