Jeannet; ik heb wat gekopieerd uit een boek: schrik niet; het is veel:
Moet ik een advocaat raadplegen als ik voor mei 1995 gescheiden ben?
• U bent in de periode tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 gescheiden.
• U was getrouwd in algemene gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden (vraag N.7) (niet zijnde de zogenaamde ‘koude uitsluiting’; vraag N.9).
• De boedel is verdeeld, maar er is geen rekening gehouden met pensioenrechten, vooral ouderdomspensioen. Het woord ‘ouderdomspensioen’ komt bij wijze van spreken niet voor in het echtscheidingsconvenant of de alimentatieregeling. Let op: teksten met betrekking tot weduwen- of weduwnaarspensioen hebben hier niets mee te maken.
• Er was op het moment van boedelscheiding ouderdomspensioen opgebouwd (voor en/of tijdens het huwelijk).
Als aan deze vier voorwaarden is voldaan dan is de kans groot dat de rechten op ouderdomspensioen die voor en tijdens dit huwelijk zijn opgebouwd tot op heden een niet verdeelde boedel vormen en dus nog verdeeld moeten worden!\Vooral de eerste jaren(!) na 27 november 1981 bleek de advocatuur en de rechterlijke macht niet voldoende op de hoogte te zijn van het zogenaamde Boon/Van Loon-arrest.
Pensioenuitvoerders stuitten in deze periode vaak op onwetendheid en nalatigheid ten aanzien van dit onderwerp.
U kunt proberen alsnog verdeling van deze ‘pensioenboedel’ op te eisen. Als u dit niet doet dan vallen deze pensioenrechten volledig toe aan uw ex en zijn of haar eventuele nieuwe partner.
Naar de maatschappelijke opvatting van toen en nu is het ouderdomspensioen bestemd voor de oudedagsvoorziening van beide echtgenoten.
Spreek uw (vroegere) advocaat hierop aan!Als u morele argumenten zoekt, kijk dan bij vraag O.5.
va05511.sgm
Mijn ex heeft alle pensioenrechten gekregen. Kan ik alsnog pensioen claimen?
Als u voldoet aan de voorwaarden die staan in het antwoord op de vorige vraag is het zinvol een brief met onderstaande strekking aan uw vroegere raadsman of raadsvrouw te schrijven.
Voorbeeldbrief:
De weledelgestrenge heer/mevr. mr.
Geachte …,Per … is echtscheiding uitgesproken tussen ondergetekende en …
De echtscheiding is ingeschreven per …, de boedelscheiding had plaats per …
Tijdens de echtscheidingsprocedure ben ik door u in rechte bijgestaan.
De reden dat ik mij nu tot u wend is dat het echtscheidingsconvenant op geen enkele wijze aangeeft op welke wijze de opgebouwde pensioenen per boedelscheidingsdatum zullen worden verrekend.
Het is u bekend dat de Wet pensioenverevening bij scheiding per 1 mei 1995 van kracht is. Deze wet voorziet in pensioenvereveningen vanaf 1 mei 1995 en heeft daarnaast terugwerkende kracht voor echtscheidingen die zijn uitgesproken voor 27 november 1981.
De echtscheiding tussen … en mij heeft zich voltrokken in de periode waarin het Boon/Van Loon-arrest (HR, 27 november 1981) werd toegepast.
Naar ik heb begrepen is er in dit geval nog sprake van een niet verdeelde boedel. Immers de pensioenrechten zijn niet benoemd, niet beschreven, laat staan verrekend.
Ik verzoek u mij te berichten op welke wijze deze kwestie kan worden aangepakt.
Hoogachtend,bijlage: afschrift van convenant d.d.