Het waarom van verdeling bij echtscheiding

  • Huub

    Het gepasseerde station; misschien typisch Nederlands, maar elk land heeft zijn eigen tempo in het ontwikkelen van modern en rechtvaardig rechtsgevoel.

    Waarom wordt (werd) ouderdomspensioen bij een scheiding (niet) betrokken?

    Tot 1 mei 1995 (eigenlijk tot 27 november 1981) werd het ouderdomspensioen van een deelnemer aan een pensioenregeling gezien als ‘verknocht’ aan de deelnemer.

    Als gevolg van deze opvatting kon bij echtscheiding de echtgenoot geen aanspraak maken op een deel van de pensioenuitkering. Wel kon bij echtscheidingen in de periode 1981-1995 de contante waarde van de pensioenaanspraken in de boedel verrekend worden maar dan alleen als er sprake was van een huwelijksgoederengemeenschap.

    Als rechtsgrond voor pensioenverdeling noemt de memorie van toelichting:

    ? de taakverdeling binnen het huwelijk die ertoe geleid heeft dat één van de echtgenoten niet of niet volledig eigen inkomsten uit arbeid heeft en dientengevolge onvoldoende zelfstandige pensioenaanspraken heeft kunnen verwerven tijdens het huwelijk;

    ? de bestemming van het pensioen voor verzorging van de oude dag van beide echtelieden.

    De periode vóór 27 november 1981 wordt beheerst door het arrest van de Hoge Raad op 7 oktober 1959 BNB 1959,355, waarin de HR concludeert:'… dat, al houdt rechtens een pensioenrecht voor de rechthebbende een aanspraak in op het ontvangen van geldbedragen en niet een recht op verzorging van de eerste levensbehoeften, al is rechthebbende vrij die bedragen niet voor de verzorging van de eerste levensbehoeften aan te wenden en al mogen de afzonderlijke periodiek verschijnende vorderingen op die bedragen in beginsel voor vervreemding vatbaar zijn, niettemin uit maatschappelijk oogpunt de baten, welke de pensioengerechtigde uit hoofde van zijn pensioenrecht ontvangt, naar haar aard bepaaldelijk bestemd zijn te voorzien in de behoeften van hem persoonlijk en zijn gezin, dat deze aard van de persoonlijke uitkeringen, een bate welke aan de rechthebbende zelf moet blijven, wettigt aan te nemen, dat het pensioenrecht zo nauw aan de persoon van de rechthebbende verbonden is dat dit goed niet in de gemeenschap valt, dat het pensioenrecht niet in de scheiding van de gemeenschappelijke boedel, zelfs niet langs de weg van verrekening kan worden betrokken. Dat het gevolg van het vallen in de gemeenschap zou zijn dat de pensioengenieter bij de scheiding een gedeelte van de waarde van zijn pensioenrecht zou moeten afstaan, dat dit gevolg met aard en strekking van het pensioenrecht onverenigbaar is…'.

    Deze uitspraak komt er aldus op neer dat de vrouw geen recht heeft op enige verrekening en via de weg van alimentatie haar verzorging moet trachten af te dwingen. Alimentatie is echter afhankelijk van behoefte en draagkracht en vervalt bij hertrouwen of samenwonen.

    Verrekening was in die tijd dus niet aan de orde. Deze manier van denken past in het tijdsbeeld. De ondergeschikte rol van de vrouw in het geheel, niet zijnde iemand die bijdraagt in het tot stand brengen van het vermogen.

    De HR gaat in het pensioenarrest Boon/Van Loon op 27 november 1981 om:'… pensioenrechten zijn voorwaardelijke vorderingsrechten, die als zodanig op het tijdstip van de gemeenschap reeds bestaan, ook al is het pensioen op dat tijdstip nog niet tot uitkering gekomen. Dit brengt mee dat zij krachtens BW1943artikel 94 lid 3 Boek 1 in de algehele gemeenschap vallen en in de verdeling van die gemeenschap moeten worden betrokken, behalve voor zover zij zodanig verknocht zijn met de persoon van de echtgenoot die rechthebbende op het pensioen is, dat deze verknochtheid zich hier tegen verzet. Van belang in de eerste plaats is dat pensioenrechten zich er naar hun aard niet toe lenen toegedeeld te worden aan een ander dan degene die rechthebbende op het pensioen is. Dit heeft tot gevolg dat met deze rechten bij verdeling niet anders rekening kan worden gehouden dan in de vorm van een waardeverrekening ten gunste van de andere echtgenoot. Van belang voorts is dat ter zake van pensioenrechten niet alleen verknochtheid bestaat met de persoon van de rechthebbende op het pensioen, maar in de regel tevens een niet te verwaarlozen band met de persoon van de andere echtgenoot. Voor wat betreft het ouderdomspensioen bestaat deze band hierin dat het pensioenrecht, zo de rechthebbende gehuwd is, uit maatschappelijk oogpunt bestemd is te voorzien in de behoeften van beide echtgenoten en dat voorts de opbouw van een zodanig pensioen, in verband met de gehele of gedeeltelijke financiering daarvan uit de gemeenschap en de bij velen bestaande taakverdeling binnen het huwelijk, in beginsel moet worden gezien als het resultaat van de gemeenschappelijke inspanning van beide echtgenoten, voortvloeiende uit de zorg die zij krachtens BW181artikel 81 Boek 1 BW aan elkaar verschuldigd zijn.

    'De wijze van afwikkeling is als volgt:

    ? De tot het tijdstip van de ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding of scheiding van tafel en bed opgebouwde pensioenrechten (niet AOW of Anw) dienen door middel van verrekening in aanmerking te worden genomen.

    ? Wijze en omvang van deze verrekening worden bepaald door de eisen van redelijkheid en billijkheid.

    ? Geen verrekening vindt plaats bij ontbinding van de gemeenschap door overlijden van een der echtgenoten.

    ? Bij wijze van overgangsregel kan niet worden teruggekomen op verdelingen die reeds hebben plaatsgevonden voor Boon/Van Loon.

  • Paul

    poeh Huub,

    dat was wel een heel lange, maar wel informatief. kort samengevat: tot 27-11-81 pech gehad behoudens de terugwerkende kracht van de Wet PVE; t/m 30/4/95 Boon/Van Loon, daarna WPVE. dus 50-50 van het tijdens het huwelijk opgebouwde OP en daarnaast het bijzonder NP. Vat ik het zo goed samen?

  • Teun

    Huub, bedankt hoor, een ware oogopener en reden te meer om lekker in het buitenland te blijven. Maar betekend het dat voor een huwlijk van voor “Boon/Van Loon ” afgesloten , met een “sterk” huwlijks contract, wat het vervreemden van een deel van het opgebouwde pensioen buiten schot blijft?

    Teun

  • Huub

    Hoi Paul; je samenvatting is juist en is goed voor een tijdlijn; het ging mij eigenlijk om de achterliggende gedachte van de verdelingen. Daarbij vind ik de overwegingen van de HR in elk tijdsbeeld best wel zuiver.

    Zo'n woord als ‘verknocht’ zijn is toch prachtig; het klinkt bijna poetisch bezitterig/hebberig; ik zie dan die kerels met pruiken en lange gewaden hun (naar huidig inzicht) verdeel- en heersstandpunten met arrogantie uitdragen; als in een oude Engelse film.

    Haha; soms ben ik ook nog romanticus!

    groet,

    Huub

  • Paul

    Romantische Huub,

    Even een hele korte en practische. Sinds 1-5-95 geldt ook de beperking van alimentatie in tijd (tenminste: in beginsel; voor zover ik weet moeten de eerste vonnissen op dit punt pas in 2010 komen). Ik heb een klant die 61 jaar is en wil gaan scheiden na een huwelijk van bijna 35 jaar. Die krijgt dan dus 4 jaar alimentatie en daarna (dus v.a. 65) de WPE vol op haar dak?

    Hoewel ze wat ouder zijn, een “modern”stel: de vrouw heeft altijd gewerkt; de man was iets van kunstschilder en beeldhouwer of zo en heeft nooit een cent verdiend, laat staan pensioen opgebouwd. Mijn cliënt is de vrouw, een bijna gepensioneerde medicus.

    Je kent het type wel: loondienst voor de co-schappen, dan loondienst in een ziekenhuis en vervolgens een deel in een maatschap via een BV. N.m.m. levert ze de helft van het tijdens huwelijk opgebouwd OP in en al het NP dat tot op heden is opgebouwd. Stel nu dat de man komt te overlijden; dan krijgt ze toch gewoon weer alles, dus 100% OP en er is niet langer sprake van een bijzonder NP in de zin van de PSW?

    Kan mevrouw trouwens gedwongen worden om het deel t.b.v. de man af te storten (een gedeelte van het pensioen zit in eigen beheer)? N.m.m. in beginsel niet, tenzij redelijkheid en billijkheid (ook twee prachtige termen die bij je advocaten met pruiken en toga's passen) zich daartegen verzetten.

    Zie ik het goed zo, of heb je andere ideëen?

    Met vriendelijke groeten van de pragmaticus,

    Paul

  • Huub

    Paul; het lijkt mij dat de in PSW-verband opgebouwde pensioenen van de vrouw inderdaad worden verdeeld (OP naar rato en WP volledig).

    Bij de standaard toewijzing van het recht op uitbetling aan de ex zal bij (voor)overlijden van de ex het OP weer volledig terugvallen aan de vrouw; het is immers een uitbetaling die afhankelijk is van 2 levens.

    De deelnemer kan het Bijz OP niet terugkrijgen als er geconverteerd is naar een eigen recht op OP voor de ex.

    Het Bijzonder WdP daarintegen is door echtscheidng een pensioenvorm geworden met het kenmerk van Bepaalde Partner, dus op naam toegeschreven. Bij eerder overlijden van de ex valt dit dus niet terug aan de deelnemer en is het voorgoed verloren. De ex kan natuurlijk (tijdig; dwz bij leven van beiden) afstand doen van het Bijz. WdP; de uitvoerder dient dit goed te keuren en het Bijz.WdP kan naar de volgende partner verhuizen.

    Maar: het kan zijn dat de onderliggende pensioenregeling (bij vooroverlijden van de x) het Onbepaalde Partner principe blijft hanteren; dwz er wordt WdP betaald aan de partner die er bij overlijden van de deelnemer blijkt te zijn, ook al is er een ex met recht Bijz WdP overleden; (wellicht geldt dan de voorwaarde dat zij voor ingang van het OP is hertrouwd).

    Voor de verdeling van het OP geldt geen dwang; het is immers regelend recht; partijen kunnen anders besluiten.

    Over eigen beheer pensioenen kan ik je niets zinnigs vertellen.

    Ik lees dat je client bijna pensioneert; het is dan van belang te onderzoeken wat precies voor ingang van het OP geregeld moet zijn (zoals bijv. de aanmelding van een nieuwe partner). Pensioenregelingen kunnen hierin nogal onderling afwijken.

    Huub

  • joke (financieel planner)

    Teun,

    Klopt in die zin dat bij het van Boon/Van Loon arrest het huwelijksgoederenregime wel een rol speelde. In de huidige wet wordt er geen onderscheid meer gemaakt in het goederenregime.

    Joke

  • Teun

    Beste Joke (financieel planner), wat betekend dit. Ik bven maar een Jan met de Pet (en met een biedemijer stoel, nog van mijn overgroot moeder) en snap niet goed wat een huwelijksgoederenregime is. Lopen erfgoederen die al generaties in de familie zitten dan de kans om door een vluchtig contact in het verleden bij de lommert terecht te komen?

    Teun

  • Huub

    Zeg Paul; is deze kwestie opgelost? of ontbreekt er nog wat?

    Huub

  • Teun

    Eigenlijk een voorbeeld van een huwlijks contract dat het schip netjes in het midden houdt, en het “pure liefde” beginsel weer in ere herstelt. Weg met die koe handel en dat gepest later.

    Teun