Het is een kwestie van volgorde.
Bezien vanuit een pensioentoezegging; dus niet vanmuit een beschikbare premieregeling; verschil is er eigenlijk niet:
1. Er is alleen OP toegezegd; op de pensioendatum kan geruild worden naar OP en NP en tevens hoog/laag voor OP.
In principe wordt eerst NP gekocht door daarvoor een deel van het levenslange gelijkblijvende OP in te leveren. Bij de hoogte van dit NP kun je al kiezen voor een bepaalde verhouding met het OP. Het NP kan 0% tot 100% zijn van het na uitruil resterende OP. Daarmee kun je dus tevoren jet NP-hoogte regelen; verder is het een kwestie van finetunen.
De hoog/laag omvorming van het OP heeft geen invloed meer op het NP.
2. Er is naast het OP tevens een NP verzekerd. Het hangt van de regeling en het aantal achterliggende dienstjaren af of het hele NP tegen OP uitruilbaar is.
Ook hier eerst het NP kiezen door OP ervoor in te zetten of OP te verhogen. Daarna hoog/laag voor OP doorvoeren.
Je mag overigens wettelijk ook voor hoog/laag NP kiezen. Deze keuze ontstaat pas als er al ‘overleden is’; de keuze geldt dus voor het ingegaan NP. Het is daarbij handig om de hoog-periode te laten eindigen op de 65-jarige leeftijd van de nabestaande omdat het aldus een Anw-gat-verzekering kan vormen. Deze laatse truc is handig als de bestaande Anw-gat-verzkering op de pensioendatum (OP) eindigt en de partner nog fors jonger is.