Ik ben in 1989 gescheiden. De advocaat die betrokken was bij onze echtscheiding heeft geen convenant opgesteld. Boedelscheiding werd onderling geregeld.
Een paar maanden later was er veel publiciteit omtrent pensioenrecht en n.a.v. ben ik opnieuw naar een (andere) advocaat op aanraden van mensen uit mijn omgeving. Deze heeft alsnog een echtscheidingsconvenant opgesteld, waarin het pensioenrecht werd opgenomen. Verder was hiervoor een berekening opgevraagd bij het pensioenfonds (ABP). HIj valt onder de marine en zal met z'n 50e uit dienst gaan.
De advocaat had mijn ex-man verzocht om een bewijs van machtiging aan het ABP af te geven. Deze laatste gaf toen aan dat hij geen kopie van het convenant had en er werd afgesproken dat hij langs zou komen bij de advocaat en bij het afgeven van het bewijs, gelijk een kopie zou ontvangen.
Niets meer gehoord en toen ik na een tijdje de advocaat probeerde te bellen, kreeg ik steeds het antwoordapparaat. Later vernam ik dat hij daar geen praktijk meer had.
Het convenant is dus geregeld, maar een machtiging wellicht niet.
Wij waren toen resp. 28 en 33 jaar oud en zijn ruim 10 jaar gehuwd geweest.
Ik heb vernomen dat ik zelf, wanneer mijn ex-man de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, hem moet ‘opsporen’ en betaling hiervan met hem moet regelen.
Zou hij dit dus weigeren, houdt dit in dat er een geding moet komen?
We spreken dan van een periode dat we elkaar 32 jaar niet hebben gezien of gesproken. Kan dit niet geregeld worden via het ABP?
Anders lijkt het me zinloos en vaak is ‘ de kool het sop niet waart’.