afwijzing partnerpensioen ivm WAO

  • Jose

    Op het moment van ons huwelijk ontving mijn man een WAO-uitkering. Na zijn overlijden in 2001 deelde de werkgever mee dat er geen recht op nabestaandenpensioen was op grond van het volgende artikel:

    'Grondslagen voor de berekening van het pensioen, lid 8':

    Gedurende de periode waarin de deelnemer arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO wordt de pensioenopbouw ook na verbreking van het dienstverband voortgezet en wel voor de pensioenbedragen, die golden op het tijdstip van intreden van arbeidsongeschiktheid en naar de mate van de uitkeringspercentages ingevolge de WAO.

    Aanvankelijk deelde het pensioenbureau mee dat zij het aan de Raad van Bestuur zouden voorleggen om te bezien of er coulancehalve toch een uitkering gedaan kon worden, waarop echter toch een afwijzing volgde.

    Dit probleem is sinds de invoering van een nieuw pensioenreglement niet meer aan de orde, aangezien er thans altijd sprake is van een fictief partnerpensioen. Werknemers met een WAO-uitkering zijn echter van dit nieuwe reglement uitgesloten.

    Wie kan mij adviseren?

  • xx

    Jose,

    Helaas is dit inderdaad mogelijk. Is het mogelijk om het pensioenreglement ten tijde van de ziektemelding van je overleden man op te vragen?

    Let op: tijdens de ziektemelding, dus het tijdstip waarop hij in de ziektewet is gekomen.

    Als je in het bezit van het pensioenreglement, dan is het van belang wat de pensioentoezegging is. Als in het reglement staat dat alleen nabestaandenpensioen is verzekerd indien iemand gehuwd is, dan is er geen nabestaandenpensioen verzekerd ten tijde van de ziektemelding en arbeidsongeschiktheidperiode.

    Eveneens is de omschrijving van de echtgenote of partner van belang.

    Mocht je dit in bezit hebben, dan graag weer melden. Dan kan ik verder helpen.

    Gr,

  • Jose

    Bedankt alvast voor uw bericht.

    Ik heb het volledige reglement.

    Art. 2 Pensioenaanspraken

    1. De deelnemer heeft, met inachtneming van de bepalingen in dit reglement, aanspraak op:

    b. overlevingspensioen tbv de echtgenoot of partner.

    Art. 6 Overlevingspensioen

    1. Het jaarlijks overlevingspensioen bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen.

    2. Het overlevingspensioen wordt verminderd met 1,5% .. (ivm leeftijdsverschil)

    3. Het overlevingspensioen gaat in op de dag van overlijden van de deelnemer en wordt uitgekeerd tot de dag van overlijde van de echtgenoot of partner.

    4. Geen recht op overlevingspensioen ontstaat na beeindiging van de dienstbetrekking.

    Op grond van deze artikelen zou ik recht hebben op een overlevingspensioen, maar zij verwijzen (uitsluitend) naar artikel 4 lid 8, zoals in mijn eerste reactie is vermeld. Dit is het enige waarop zij zich beroepen. Dit artikel is opgenomen onder het kopje ‘grondslagen voor de berekening van het pensioen’.

    Hun visie is (heb ik me laten uitleggen door hen) 'op het moment van het overlijden was er geen nabestaandenpensioen verzekerd, omdat mijn echtgenoot op het moment van arbeidsongeschikt worden niet gehuwd was, zodat bij overlijden ook geen aanspraak kan worden gemaakt op een nabestaandenpensioen.

    Dit is hun uitleg, maar in het reglement kan ik dit niet terugvinden!

    M.i. had hiernaar verwezen moeten worden in art.2 onder het kopje Pensioen-aanspraken

    Het is helemaal vreemd, aangezien dit artikel in het nieuwe reglement geheel is komen te vervallen en er sindsdien altijd een partnerpensioen is verzekerd. In het nieuwe reglement bestaat dit probleem dus niet meer.

    Aanvankelijk waren alle arbeidsongeschikten van deze nieuwe regeling uitgesloten, maar later is toch een groep gedeeltelijk arbeidsongeschikten alsnog ingesloten.

    Vooral ook het feit dat zij het in aanvang al ‘coulancehalve’ bekeken hebben, gaf/geeft mij de nodige twijfels. Hebben zij correct gehandeld of is het juridisch allemaal niet zo duidelijk als zij zeggen?

    Mvg, Jose

  • xx

    Jose,

    Wat is de omschrijving van de echtgenote/partner in artikel 1? Dit is bepalend voor toekennen van nabestaandenpensioen.

    Gr,

  • Jose

    Er is geen omschrijving van het begrip ‘echtgenoot’. Wel van het begrip ‘partner’. Dit wordt omschreven in lid 2 van artikel 2, onder het kopje ‘Pensioenaanspraken’.

    Lid 1 is:

    De deelnemer heeft, met inachtneming van de bepalingen van dit reglement, aanspraak op:

    a. ouderdomspensioen.

    b. overlevingspensioen tbv de echtgenoot of partner.

    c. wezenpensioen tbv de kinderen

    d. arbeidsongeschiktheidspensioen.

    Lid 2

    Partner is de man of vrouw met wie de deelnemer onmiddellijk voor diens overlijden een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd. Deze heeft recht op overlevingspensioen, mits aan navolgende voorwaarden is voldaan:

    a. de partner is niet een bloed-of aanverwant van de deelnemer in rechte linie of in de tweede graad van de zijlinie.

    b. de deelnemer en de partner zijn beiden ongehuwd.

    c. de deelnemer en de partner voeren uitsluitend met elkaar en eventueel met hun kinderen een gemeenschappelijke huishouding.

    d. de gemeenschappelijke huishouding is aangevangen voor de pensioendatum en heeft, na het aangaan van een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst, tenminste zes maanden geduurd.

    e. de deelnemer en de partner hebben zich uitsluitend wegens de tussen hen bestaande affectieve relatie tegenover elkaar verbonden elkaar het nodige te verschaffen.

    Aangezien ik zijn echtgenote was is dat niet het discussiepunt.

    Alleen zij stellen dat, aangezien ik nog niet zijn echtgenote was op het moment van arbeidsongeschikt worden, er dus geen nabestaandenpensioen was verzekerd.

    Hij was eerder gehuwd. Zijn ex ontvangt bijzonder overlevingspensioen.

    En na zijn scheiding vervalt blijkbaar dan het nabestaandenpensioen, hetgeen pas weer van toepassing wordt als iemand huwt. Aangezien de huwelijksdatum na datum arbeidsongeschikt worden ligt, is er, volgens hun zeggen, geen nabestaandenpensioen verzekerd.

    Zo dient volgens hen art.4 lid 8 gelezen te worden (hetgeen ik eerder helemaal verwoord heb).

    Mijn vraag is of dit een terecht uitleg is van het reglement.

    Overruled art.4 lid 8 de artikelen 2 inzake de pensioenaanspraken en artikel 6 inzake het overlevingspensioen?

    Had in een van deze twee artikelen niet opgenomen moeten dat e.e.a niet van toepassing is indien sprake is van arbeidsongeschiktheid??

    Juist ook het feit dat deze hele problematiek niet meer speelt in het nieuwe reglement, geeft mij de nodige twijfels tav de uitleg van het artikel in het oude reglement.

    Met vriendelijke groet en alvast weer bedankt voor uw reactie.

    Jose

  • Paul

    Volgens mij is de insteek van de pensioenuitvoerder dat de overledene een gewezen deelnemer is. Dat sluit ook aan bij de definitie in de “Regeling omschrijving gewezen deelnemer”, die sinds 1992 geldt.

    Uit het verhaal maak ik op dat het pensioenfonds stelt dat ten tijde van de beëindiging van het dienstverband sprake was van een ongehuwde deelnemer, en is Jose derhalve een partner die naar voren is gekomen na einde dienstverband. Zodoende is er geen aanspraak op partnerpensioen.

    Zuur maar waar: het lijkt me dat die redenering klopt. Maar ik laat me graag van een andere mening overtuigen.

  • Jose

    hallo Paul,

    bedankt alvast voor je reactie.

    Mijn echtgenoot was geen gewezen deelnemer en zijn dienstverband is ook nooit beeindigd. Hij heeft zelfs tot zijn overlijden alle emolumenten behouden.

    Bij art.1 ‘Deelnemerschap’ staat onder punt 2:

    Het deelnemerschap eindigt uiterlijk op de pensioendatum en bij het beeindigen van de dienstbetrekking door overlijden of ontslag, tenzij wegens vervroegde uittreding.

    Maar er was dus geen beeindiging dienstverband.

    Zij stellen dat hij op moment van arbeidsongeschikt worden ongehuwd was en er om die reden dus ook geen nabestaandenpensioen was verzekerd. Hun argumentatie is uitsluitend gebaseerd op art.4 Grondslag voor de berekening van het pensioen lid 8:

    'Gedurende de periode waarin de deelnemer arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO wordt de pensioenopbouw ook na verbreking van het dienstverband voortgezet en wel voor de pensioenbedragen, die golden op het tijdstip van intreden van de arbeidsongeschiktheid en naar de mate van de uitkeringspercentages ingevolge de WAO.'

    Maar overruled dit artikel de overige genoemde artikelen 1, 2 en 6 (waar aan alle voorwaarden wordt voldaan)?? Had er dan bij deze artikelen niet een verwijzing/uitsluiting moeten staan? Dit is voor een leek toch niet te volgen??

    Is het correct wat zij gedaan hebben??

    Bedankt alvast voor je reactie!

    Mvg, Jose

  • Paul

    Beste Jose,

    Als wijlen je man inderdaad nog in dienst was t.t.v. het overlijden (kun je dat bewijzen met jaaropgaven etc.?), dan heb je wat mij betreft volledig gelijk.

    Mijn insteek zou in de situatie die je nu schetst de volgende zijn:

    - voor deelnemers bestaat recht op een partnerpensioen

    - je voldoet aan de voorwaarden van partnerpensioen (nl. gehuwd)

    - art. 4 is n.v.t.

  • xx

    Kwartier bezig geweest om te tikken en waar is mijn verhaal gebleven?

    In reactie op bericht van Jose 13.23 uur:

    Was je overleden man volledig arbeidsongeschikt? Zo nee, deed hij nog werkzaamheden voor het bedrijf welke bij het pensioenfonds is aangesloten?

    Gr,

  • xx

    In vervolg op mijn eerdere bericht (kwartier tikken):

    Als er sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid, dus 100% afgekeurd is het volgende van toepassing op het moment van arbeidsongeschiktheid:

    Onderstaande in mijn (korte) bewoordingen:

    artikel 2 lid 1 : overlevingspensioen (=partnerpensioen) wordt toegekend aan een deelnemer met een echtgeno(o)t(e) / partner (artikel 2 lid 2)

    artikel 6 lid 4 : bij einde dienstbetrekking vervalt het overlevingspensioen. Derhalve is het overlevingspensioen verzekerd tegen risico-premie en heeft het geen waarde. Zou het overlevingspensioen wel waarde hebben, dan zou er bij einde dienstverband een premievrij overlevingspensioen zijn welke wordt uitgekeerd bij overlijden van de verzekerde.

    artikel 4 lid 8 : in verband met arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw voortgezet. Het pensioenfonds neemt de premiebetaling over van de pensioenopbouw. Omdat er geen overlevingspensioen is verzekerd in verband met ongehuwd zijn, is er geen premievrijstelling van toepassing.

    Concluderend : ten tijde van intreden arbeidsongeschiktheid is er geen overlevingspensioen verzekerd welke kan worden uitgekeerd.

    Als dit van toepassing is, dan heeft het pensioenfonds gelijk.

    Artikel 4 lid 8 overruled artikel 2 en 6 niet. Artikel 4 geeft aan wat er gebeurt als een deelnemer geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt.

    Met betrekking tot einde dienstverband : zijn er bijzonder afspraken gemaakt in verband met zijn arbeidsongeschiktheid?

    Gr,