Stelling: “pensioen naar ex terecht of onterecht”
Ik ben het met de heer Toes eens dat het hier om verevend ouderdomspensioen gaat. De heer Frank schrijft ook dat de ex-partner haar “eigen pensioen” gaat ontvangen plus het “verevende deel” van de heer Frank en het “pensioen van de nieuwe partner”.
Als er met de heer Frank ouderdomspensioen verevend is, moet dat andersom ook zo zijn gegaan. De heer Frank zal dan volgens mij ook recht hebben op het verevende “eigen” ouderdomspensioen van de ex-partner. Hij geeft immers aan dat zij dat pensioen krijgt. Als daar door de heer Frank afstand van is gedaan in een convenant of anderszins, dan is dat niet een goede keus geweest, blijkt nu.
In mijn ogen is de verdeling van ouderdomspensioen gerechtvaardigd.
Verdeling van ouderdomspensioen tijdens de huwelijkse periode is juist in het leven geroepen, omdat de premies voor de opbouw van het pensioen uit de huwelijksgoederengemeenschap zijn onttrokken tijdens die huwelijkse periode.
Als na “hertrouwen” dit deel zou wegvallen, dan is bij de situatie dat alleen 1 partner pensioen zou hebben opgebouwd, sprake van ongelijkheid in de uiteindelijke verdeling van de boedel.
Immers krijgt de partner, die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd alles en de ex-partner niets, alleen maar door het “hertrouwen” van die ex-partner.
De ex-partner verliest daarmee zijn/haar inbreng van de premies die voor het ouderdomspensioen uit de huwelijksgoederengemeenschap tijdens de huwelijkse periode zijn onttrokken.
Ik ben het daarom niet eens met de stelling.
(Voor het partnerpensioen is een wettelijk recht op bijzonder partnerpensioen geregeld en valt buiten de stelling “terecht of onterecht” van vraagsteller.)
Verdwelt