Pensioenopbouw bestaat uit drie pijlers:
1 - AOW
2 - Aanvullend pensioen via (verplicht) pensioenfonds of verzekeraar
3 - Individuele aanvullingen (Koopsommen of lijfrentes)
1. De AOW is het sociale vangnet
2. Aanvullend pensioen en rol van de verplichtstelling
Vanuit economisch perspectief zijn er tenminste drie redenen om de verplichtstelling te rechtvaardigen.
Ten eerste, de verplichtstelling zorgt voor een collectiviteit die de kosten van het pensioenproduct aanzienlijk kan verlagen. Dit betreffen onder meer marketingkosten en besparingen op de kosten verbonden aan risicoselectie. Deze reden is van grote betekenis.
Een vrije markt van pensioenproducten met een rechtstreekse matching van individuele keuzes aan het aanbod op de markt werkt zeer moeilijk.
De ingewikkeldheid en het lange termijn karakter van pensioenproducten tezamen met een gebrek aan transparantie en kennis van consumenten (mede door het incidentele karakter van beslissingen hierover) maken het buitengewoon moeilijk voor de consument om tot goede keuzes te komen.
Hierdoor is de markt ook erg “marketing- en misleiding gevoelig”. Een marktfalen dreigt dan ook. De verplichtstelling en dus de collectief georganiseerde vraag helpen dit te voorkomen.
Een tweede rationele reden voor de verplichtstelling is dat deze de deelnemer in bescherming neemt onder meer door hem te dwingen tijdig te beginnen met de opbouw van zijn pensioen. Dit is een meer paternalistisch (voogdij) argument.
Individuen moeten schijnbaar tegen zichzelf in bescherming worden genomen anders beginnen ze te laat met hun noodzakelijke pensioenopbouw. Gezien het grote maatschappelijke belang van een fatsoenlijke pensioenopbouw is dit zeker een legitieme rechtvaardiging voor de verplichtstelling.
Een derde reden voor verplichtstelling is het verwezenlijken van solidariteit en intergenerationele risicodeling (optimale verzekering over generaties van risico's op financiele markten).
3. De nogal desastreuze ervaringen op de markt van derde pijler pensioenproducten spreken voor zich (koopsommen en lijfrentes).
Vaak wordt verwezen naar ervaringen in Engeland waar liberalisering (naar effectief vrije derde pijler producten) zeer schadelijk is geweest voor grote bevolkingsgroepen. De ervaringen met koopsommen, beleggingsverzekeringen en lijfrentes in Nederland zijn niet veel anders.
Bron: Kamerstukken
- Advies Arnoud W.A. Boot inzake Modernisering van het uitvoeringsmodel voor pensioenregelingen. 19-3-2007
Verdwelt