Beste Brenda,
Ik zal proberen een antwoord op je vraag te geven.
Stap 1 is om te kijken welke vorm van sparen je het meest aantrekkelijk vindt. Hieronder een beknopt overzicht van de mogelijkheden.
* Levensloop: Wordt ingehouden van bruto salaris en je kan ermee in ieder geval zorgverlof en ouderschapsverlof mee bekostigen. Ook kan je het tegoed gebruiken (indien de werkgever dat toe staat) om eerder te stoppen met werken en bijvoorbeeld een sabbatical. Mocht je de pot niet gebuiken dan kun je het geld eventueel in je pensioen stoppen. De levensloopuitkeringen worden te zijner tijd bruto uitgekeerd. Je betaalt dus later belasting.
* Jaarruimte (inhaaljaarruimte): Indien je een aantoonbaar pensioentekort hebt mag je een bedrag aftrekken van de inkomstenbelasting. Voor de berekening kan je een programma downloaden bij de belastingdienst. Het bedrag dat je stort kan je gebruiken voor een levenslange oudedagslijfrente of een tijdelijke oudedagslijfrente van minimaal 5 jaar die niet eerder in gaat an 65 jaar. Bij overlijden kan er een nabestaandenlijfrente worden aangekocht. De lijfrenteuitkeringen worden te zijner tijd bruto uitgekeerd. Je betaalt dus later belasting.
* Pensioensparen: Je kan een bedrag van je bruto salaris door je werkgever laten inhouden. Je werkgever kan dat dan in je pensioenregeling storten. Pensioen is altijd levenslang. De pensioenuitkeringen worden te zijner tijd bruto uitgekeerd. Je betaalt dus later belasting.
* Sparen in box 3: Met deze mogelijkheid spaar je gewoon met je netto geld en betaal je boven een bepaalde drempel 1,2% belasting.
Na het bepalen van je doelstelling (waar wil je het geld voor gebuiken) moet je gaan kiezen voor de manier waarop je rendement wil maken.
Stap 2: Keuze rendement. Hieronder een beknopt overzicht van de mogelijkheden. Er zijn ook combinaties mogelijk.
* Vrij beleggen in fondsen of losse aandelen/obligatie e.d.
* Life cycle beleggen. Naarmate de duur naar richting de uitkeringsdatum nadert wordt door de bank of verzekeraar steeds meer zekerheid ingebouwd in de beleggingen. Dus naarmate de tijd vordert zal er steeds minder in aandelen belegd worden.
* Garantie beleggen. Beleggingsfonds met een rendements of inleggarantie.
* Garantieverzekeringen met winstdeling. Je krijgt een gegarandeerd rendement van tussen de 2,5 en 3,5% bruto en daarnaast krijg je elk jaar (tenzij zeer slechte rente of resultaten) een winstbijschrijving.
* Spaarrekening of deposito's.
Stap 3: Keuze produkt en aanbieder.
Als je weet hoe je rendement wilt maken dan is het verstandig om te kijken welke aanbieders er zijn. Dit kunnen banken en/of verzekeraars zijn. Een hulpmiddel kan hierbij zijn de vergelijkkingssites zoals independer, bank-sparen.nu en levensloopvergelijker.com. Ook kan je hulp vragen bij je adviseur. Vraag daarbij wel naar de kostenstructuur van de produkten en vergelijk deze. Ook de kosten voor de adviseur moet je helder krijgen.
Bovenstaand verhaal is zeker niet volledig maar geeft een denkrichting weer. Ik hoop dat je er wat mee kan.
Met vriendelijke groet,
www.burozwiers.nl
Jan Zwiers.