vut spaarrregeling

  • jann

    Geachte Lezers,

    Door een kennis werd ik er op gewezen dat er een vut spaarregeling bestaat, die nar hij meende te weten, alleen zou gelden bij het ABP. Je zou dan een maand voordat je met pensioen gaat, in de vut regeling moeten gaan volgens hem, om voordeel te halen. Dit zou geldenvoor mensen geboren tussen 01-04-1942, en 01-04-1947.

    Zelf ben ik aangesloten bij het PGGM, dus informatie vragen bij de “concurent”is not done. Ik vraag mij af of deze regelig inderdaad bestaat, en ook bij andere pensioen uitvoerders geldt.

    Het zou hierbij gaan om een amandement van kamerlid Kees Vendrik.

    Mogelijk dat er lezers, lezeressen, zijn, die mij in eenvoudige taal hierover wat kunnen zeggen.

    Dankend vooe moeite en antwoord, vr.gr. jann

  • alberts

    Dit heet spaar-VUT. Spaar-VUT wil zeggen dat als u niet op de gebruikelijke VUT-datum stopt met werken, maar later, dat dan ook uw VUT-uitkering hoger wordt. Op grond van het amendement van Vendrik geldt dit bij alle VUT-regelingen. Ik weet niet of Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PGGM) een VUT-regeling uitvoert, maar als dat zo is dan geldt dit bij dit fonds natuurlijk ook. Ik zou gewoon contact met het pensioenfonds opnemen.

  • bas

    Versoepeling spaar-VUT-regeling doorgevoerd

    Sinds 1 januari 2008 is een versoepeling van de spaar-VUT doorgevoerd. De FNV handhaaft afgesproken beleid.

    In de wet VUT, Prepensioen en Levensloop (VPL) was tot 1 januari 2008 aangegeven dat als iemand zijn VUT-uitkering later liet ingaan dan op de VUT-gerechtigde leeftijd, deze VUT-uitkering moest worden “opgerent” met 100 procent. Dit is het doorschuiven van VUT-rechten als iemand langer doorwerkt dan het eerste moment dat er een recht op een VUT-uitkering is.

    Uitstel leidt dus tot een hogere uitkering. Deze bepaling is beter bekend als de zogenaamde 'spaar-VUT-bepaling’. Daarnaast werd de mogelijkheid geboden om het overschot door te storten naar het ouderdomspensioen als de VUT-uitkering meer dan 100 procent van het laatstverdiende loon zou gaan bedragen.

    Vervolgens is kamerlid Vendrik in november 2007 met een amendement gekomen waarin hij een versoepeling voor heeft gesteld, zodat in plaats van 100 procent minimaal 50 procent ook voldoende zou zijn. In de toelichting op het amendement blijkt dat het gaat om iets meer flexibiliteit onder de randvoorwaarde dat langer doorwerken blijft lonen.

    Het standpunt van FNV Bondgenoten in deze is dat gemaakte afspraken niet worden teruggedraaid. Als er dus een spaar-VUT is afgesproken waarbij 100 procent van de VUT-uitkering wordt opgerent, blijft deze afspraak staan.

    Verlaging naar 50 procent mag, maar is een minimum en niet de enige mogelijkheid; 100 procent mag ook nog steeds. Als sociale partners de spaar-VUT-bepaling willen aanpassen, moet dit worden bezien in het totaal van afspraken dat in het kader van de wet VPL is gemaakt.

    Het is dan mogelijk om bestaande weeffouten in regelingen, bijvoorbeeld het verval van VUT bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd of het verlies van rechten bij overstap naar een andere werkgever (de 15-jaars inkoopregeling), worden aangepast, dus worden verbeterd.

    Door deze wijziging kan er meer gewerkt worden aan sectorspecifieke oplossingen. Dit betreft wel een wijziging van de arbeidsvoorwaarden en kan dus alleen na gezamenlijke instemming van sociale partners en niet middels een eenzijdig besluit van de werkgever.