Re: Berekenen Boon van loon
Gepost door: Tardief
Het arrest van de Hoge Raad is van 27 november 1981 (Boon/vanLoon-arrest), het is verontrustend en frustrerend dat dertig jaar na datum nog zoveel onduidelijk is, zie, de talloze vragen van bezorgde rechtzoekenden en belanghebbenden op deze pagina's. Zijn er in dit land niet instanties - de overheid, ombudsman of consumentenorganisaties - die zich verplicht voelen duidelijkheid en eenduidigheid te verschaffen over de toepassing van het in wezen eenvoudige arrest. Met jaarlijks dertigduizend echtscheidingen, ook vóór 1995, is het, met kosten van Euro 2000 per echtscheiding, een markt waarin jaarlijks vele tientallen miljoenen omgaan (kan het de reden zijn niet al te inzichtelijk bezig te zijn). Sites als de onderhavige voorzien in een grote behoefte, zijn onmisbaar en verdienen een grote(re) bekendheid.
Tot november 1981 was verrrekening van de pensioenaanspraken bij echtscheiding niet mogelijk, het bovengenoemde arrest bracht hierin verandering. Het arrest is van toepassing op echtscheidingen die tot stand zijn gekomen in de periode 27 november 1981 tot 1 mei 1995, de datum waarop de Wet pensioenverevening tot stand is gekomen. Het arrest heeft een vermogensrechterlijke insteek, het bepaalt dat de door de beide echtgenoten vóór de datum van echtscheiding opgebouwde pensioenaanspraken vallen in de huwelijkse goederengemeenschap en als zodaning voor verrekening in aanmerking komen (dus ook de vóórhuwelijkse pensioenaanspraken). De te verrekenen pensioenaanspraken worden weergegeven als “contante waarden”. Het is kapitaal, duidelijk denkt men dan, maar toch was/is het bron van verwarring.
Opm. Op deze pagina’s wordt abusievelijk conversie ter sprake gebracht, conversie is enkel mogelijk onder de wettelijke regeling, het houdt in dat na scheiding het pensioen kan worden gesplitst in twee afzonderlijke pensioenen.
Het pensioenfonds doet normaliter opgave van de contante waarden, er kan worden gekozen voor de eenmalige verrekening of voor een voorwaardelijke uitkering.
De eenmalige verrekening beantwoordt aan de werking van het arrest, het bedrag wordt alsdan uitgekeerd bij de deling en scheiding van de boedel. Indien mogelijk dient men te kiezen voor deze definitieve afhandeling. Men weet waar men aan toe is.
De voorwaardelijke uitkering is grotesk;
het pensioenfonds verstrekt, op eigen initiatief, via een pensioenmatige actuariele berekening de hoogte van de maandelijkse ouderdomspensioenuitkeringen (rechtspraak) bestemd voor de gewezen partner. De oorspronkelijke pensioenaanspraak is en blijft echter verknocht met de deelnemer in de pensioenregeling. De bemoeienis van het fonds beperkt zich tot het verstrekken van genoemde gegevens. De geldelijke afhandeling verzorgt de deelnemer, deze blijft niets anders over dan het bedrag maandelijks in mindering te brengen op het netto pensioen, dus, het af te staan als ware het alimentatie. Men krijgt de indruk dat de voorwaardelijke uitkering een uitvinding is van de pensioenfondsen om te voorkomen dat kapitaal wordt opgenomen.
Het pensioenfonds zal opmerken dat, ingeval wordt gekozen voor de voorwaardelijke uitkering, partijen afspraken dienen te maken over de toe te passen indexering van het bedrag vóór de datum van pensionering. Daarentegen, het kapitaal staat toch ter beschikking van de partner vanaf de datum van scheiding en, wordt kapitaal geïndexeerd; vandaar de mondeling verstrekte informatie van een medewerker van het fonds dat indexatie niet van toepassing is. Een advocaat meende de eventueel te maken afspraken te kunnen verheffen tot Rechtsgronden, de wederpartij onderkende deze bizarre sprong niet.
De strijd om de indexering was kostbaar, aan deze verwarrende geschiedenins is, tenminste wat betreft de indexering na datum van pensionering, beëindigd met het arrest van de Hoge Raad (zie rechtspraak.nl).
De Boon/vanLoon formule.
Ter inleiding.
Het hof te 's-Gravenhage heeft dit vonnis bekrachtigd bij arrest van 30 januari 2008, daartoe overwegende als volgt. De rechtbank is terecht uitgegaan van de toepasselijkheid van het arrest HR 27 november 1981, NJ 1982, 503, m.nt. EAAL en WHH (Boon/Van Loon) en zij heeft terecht geoordeeld dat het ouderdomspensioen aan de man dient te worden toebedeeld en het (bijzonder) weduwepensioen aan de vrouw en dat slechts indien een van beide partijen is overbedeeld, verdeling van de overwaarde dient plaats te vinden.
De verschuldigde bedragen dienen te worden vastgesteld, ervan uitgaande dat recht op verrekening bestaat ten belope van de helft van de waarde van het deel van het pensioen, dat vóór de ontbinding van de gemeenschap was opgebouwd. (…)"
LJN: AB2772, Hoge Raad , C99/337HR.
LJN: BI0240, Gerechtshof 's-Gravenhage , 105.007.653.01. De man vordert het hof te bepalen dat bij de vaststelling van pensioenaanspraken over en weer de waarde van het ouderdomspensioen en van het nabestaandenpensioen bij elkaar dienen te worden geteld waarbij degene die het pensioen heeft opgebouwd recht heeft op de helft daarvan en de wederpartij recht heeft op de (contante waarde van) de helft minus het opgebouwde nabestaandenpensioen.
De standaard verdeling houdt in dat de partner die geen deelnemer in de pensioenregeling is een vordering krijgt op de deelnemer ter grootte van de helft van de som van de contante waarden van het ouderdomspensioen en het bijzondere nabestaandenpensioen, verminderd met de contante waarde van het nabestaandenpensioen; in formule ½ x (OP + NaP) – NaP. Dit houdt in, kort weergegeven, de partner heeft recht op 50% van de waarde van het ouderdomspensioen (OP) minus 50% van het bijzonder nabestaandenpensioen (NaP). Ook, over en weer wordt verrekend 50% van het OP en 50% van het NaP. Bij gelijke grootte van deze beide pensioenen valt er niets te verrekenen.
Pensioenfonds ABP hanteert de afwijkende formule, ½ x (OP + NaPd + NaPnd) – NaPnd; in woorden, de niet-deelnemer heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen vermeerderd met de bijz. nabestaandenpensioenen van de deelnemer (NaPd) en van de niet-deelnemer (BnPnd), verminderd met dat van de niet-deelnemer.
Een uiterst bevreemdende verrekening aangezien slechts een van de nabestaandenpensioenen het levenslicht kan zien. Er klinken dan ook vanuit de graven de ongehoorde stemmen: “wij hebben nog recht op het nabestaandenpenpensioen”. Het ouderdomspensioen kent rechtens één nabestaandenpensioen, het is zinvol tegen de toepassing van deze formule tijdig, d.i. bij pensionering, beroep in te stellen.
Fiscale consequentie.
Het verrekende deel van het pensioen wordt fiscaal afgehandeld als is het alimentatie. Al te gemakkelijk wordt op deze site, op meerdere plaatsen gesteld, dat daarmee recht wordt gedaan aan de partijen. Echter vanaf begin 2006 wordt ten behoeve van Zvw een inkomensafhankelijke bijdrage ingehouden. De bijdrage wordt ingehouden over het totale bruto pensioen, het nadeel beloopt al gauw enkele honderd euro per jaar. Het is ook zinvol de aangifte IB te vergelijken, eenvoudig met de pc, met een aangifte waarbij het verrekende “pensioen” in mindering is gebracht op het loon. In het verleden ontstond een aanzienlijk verschil. De Belastingdienst houdt enkel rekening met de loonopgave.
Tot uw dienst.