HR pensioenarrest Boon/Van Loon op 27 november 1981
… pensioenrechten zijn voorwaardelijke vorderingsrechten, die als zodanig op het tijdstip van de gemeenschap reeds bestaan, ook al is het pensioen op dat tijdstip nog niet tot uitkering gekomen. Dit brengt mee dat zij krachtens BW1943artikel 94 lid 3 Boek 1 in de algehele gemeenschap vallen en in de verdeling van die gemeenschap moeten worden betrokken, behalve voor zover zij zodanig verknocht zijn met de persoon van de echtgenoot die rechthebbende op het pensioen is, dat deze verknochtheid zich hier tegen verzet. Van belang in de eerste plaats is dat pensioenrechten zich er naar hun aard niet toe lenen toegedeeld te worden aan een ander dan degene die rechthebbende op het pensioen is. Dit heeft tot gevolg dat met deze rechten bij verdeling niet anders rekening kan worden gehouden dan in de vorm van een waardeverrekening ten gunste van de andere echtgenoot. Van belang voorts is dat ter zake van pensioenrechten niet alleen verknochtheid bestaat met de persoon van de rechthebbende op het pensioen, maar in de regel tevens een niet te verwaarlozen band met de persoon van de andere echtgenoot. Voor wat betreft het ouderdomspensioen bestaat deze band hierin dat het pensioenrecht, zo de rechthebbende gehuwd is, uit maatschappelijk oogpunt bestemd is te voorzien in de behoeften van beide echtgenoten en dat voorts de opbouw van een zodanig pensioen, in verband met de gehele of gedeeltelijke financiering daarvan uit de gemeenschap en de bij velen bestaande taakverdeling binnen het huwelijk, in beginsel moet worden gezien als het resultaat van de gemeenschappelijke inspanning van beide echtgenoten, voortvloeiende uit de zorg die zij krachtens BW181artikel 81 Boek 1 BW aan elkaar verschuldigd zijn.'De wijze van afwikkeling is als volgt:
• De tot het tijdstip van de ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding of scheiding van tafel en bed opgebouwde pensioenrechten (niet AOW of Anw) dienen door middel van verrekening in aanmerking te worden genomen.
• Wijze en omvang van deze verrekening worden bepaald door de eisen van redelijkheid en billijkheid.
• Geen verrekening vindt plaats bij ontbinding van de gemeenschap door overlijden van een der echtgenoten.
• Bij wijze van overgangsregel kan niet worden teruggekomen op verdelingen die reeds hebben plaatsgevonden voor Boon/Van Loon.