Hoi Paul,
Ik ben het niet geheel met je eens. De discussie over het onderwerp ‘discriminatie’ speelt zich namelijk niet af binnen de Pensioenwet (PW), of eerder in de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW). De PSW had tot doel zekerheidsstelling van het pensioen van de werknemer, indien de werkgever een pensioen toe heeft gezegd (hij is hiertoe immers niet verplicht). De PW gaat hierin nog een stapje verder en regelt in verder gaande mate:
- transparantie (verdeling verantwoordelijkheden werkgever - werknemer - uitvoerder)
- toezicht op de pensioenuitvoerders
- toegang (introductie maximale toetredingsleeftijd naar 21 jaar).
Je verwijst in je antwoord naar artikel 7 lid 4 van de PW. Dit lid geeft aan dat wanneer de werkgever geen pensioenaanbod heeft gedaan, Barry automatisch geacht wordt een toezegging te hebben gekregen als aan één of meer collega's in dezelfde functiegroep een pensioen is toegezegd. Daarvan is hier helemaal geen sprake, want de werkgever heeft namelijk expliciet aangegeven hem geen pensioentoezegging te doen. Overigens heeft Barry in zijn case aangegeven dat hij wel degelijk tot een groep behoort, er is namelijk een naaste collega die wel een pensioentoezegging heeft. Mijn conclusie (en aanname is dan) dat beiden tot dezelfde functiegroep behoren en gelijksoortig werk doen. Barry, klopt dit?
In deze discussie is de PW dus niet interessant. Deze wet zegt alleen iets over de bescherming van werknemers ALS er een toezegging is gedaan. Voor het beoordelen of deze pensioentoezegging discriminerend is, moet je kijken naar de wetgeving rondom gelijke behandeling. Deze stelt dat de werkgever is gehouden om gelijke gevallen gelijk te behandelen. Vergelijkbare medewerkers (wat betreft functie en dergelijke) aan wie een pensioen is toegezegd, zullen er aanspraak op kunnen maken dat zij een vergelijkbaar recht op pensioen opbouwen. Medewerkers die een bepaalde functie vervullen, mogen een ander pensioen opbouwen in vergelijking met anderen (uit een andere functiegrieo) aan wie mogelijk zelfs geen pensioen is toegezegd.
In beginsel hebben medewerkers die een vergelijkbare functie vervullen recht om net als hun collega's een bepaald pensioen op te bouwen. Uitzonderingen hierop, die zich (mogelijk) nog voor mogen doen zijn; een verschil in behandeling als een medewerker nog niet een bepaalde leeftijd heeft bereikt (lees: 21 jaar) of een lager uurloon krijgt (zodat alleen de hoogte verschilt). Dergelijk onderscheidt is toegestaan tenzij dit leidt tot een niet objectief te rechtvaardigen vorm van indirecte discriminatie.
Barry, ik blijf van mening dat wanneer de case zo is al je hem voorschrijft sprake is van een ongeoorloofde vorm van discriminatie op basis van bovenstaande argumentatie.